Een pizza wordt verdeeld onder 4 personen. Andrie wil de helft van de helft van de pizza. Bart had graag een derde van een derde van de pizza. Chris wil één zesde oppeuzelen. en Dorien wil de rest? Welk deel is voor Dorien?
Ik heb de pizza in 6 verdeeld, en ieder zijn hoeveelheid verdeeld. Maar hoe bereken je nu welk deel Dorien krijgt. want je deelt eerst in 2, dan in 6 en dan in 3. mAAR HOE DOE JE HET VERDER?
An Pas
1ste graad ASO-TSO-BSO - donderdag 21 mei 2020
Antwoord
Hallo An,
Andrie krijgt de helft van de helft. Ze krijgt dus:
1/2·1/2 = 1/4
Bart krijgt:
1/3·1/3 = 1/9
Chris krijgt 1/6
In totaal is dit:
1/4 + 1/9 + 1/6
Om deze breuken op te tellen, moet je ze eerst gelijknamig maken (=gelijke noemers). Je kunt als noemer 36 kiezen:
1/4 = 9/36 1/9 = 4/36 1/6 = 6/36
Nu kan je de breuken optellen, dan weet je welk deel van de pizza 'op' is. De rest van de pizza is voor Dorien.