Algebra Analyse Bewijzen De grafische rekenmachine Discrete wiskunde Fundamenten Meetkunde Oppervlakte en inhoud Rekenen Schoolwiskunde Statistiek en kansrekenen Telproblemen Toegepaste wiskunde Van alles en nog wat
|
\require{AMSmath}
Deelexamen 3 Coördinaten van P
Bij deze vraag bij c. loop ik vast om aan te tonen dat V met l een onafhankelijk stelsel vormt.
De coordinaten van P heb ik fout bij e. Er moet uitkomen P(-12,-14,-28) of P(16,14,28).
Tevens heb ik mijn hoek van V met het YOZ vlak bij f. fout.
Ik hoop dat u me kunt verbeteren ik heb mijn uitwerking opgestuurd.
Gegeven:
Lijn l:(2,0,0)+l(1,1,2) Vlak V:(1,1,1)+a(1,2,1)+b(-1,1,1) Op l bevindt zich een punt P zodat d(P,V)=5√14.- De vergelijking van V is x-2y+3z-2=0. Toon dit aan.
- Bereken de coördinaten van het snijpunt van V en l.
- Toon aan dat de richtingsvector van l met de richtingsvectoren van V een onafhankelijk stelsel vormt.
- Bereken de hoek tussen l en V.
- Bereken de coördinaten van P.
- Bereken de hoek tussen V en het YOZ vlak.
mboudd
Leerling mbo - woensdag 13 mei 2020
Antwoord
c. Het idee is goed. Je moet laten zien dat als:
$ \lambda \left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ 1 \\ 2 \\ \end{array}} \right) + \mu \left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ 2 \\ 1 \\ \end{array}} \right) + \rho \left( {\begin{array}{*{20}c} { - 1} \\ 1 \\ 1 \\ \end{array}} \right) = 0 $
dan volgt:
$ \left\{ \begin{array}{l} \lambda = 0 \\ \mu = 0 \\ \rho = 0 \\ \end{array} \right. $
Dat moet kunnen:
$ \begin{array}{l} \lambda \left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ 1 \\ 2 \\ \end{array}} \right) + \mu \left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ 2 \\ 1 \\ \end{array}} \right) + \rho \left( {\begin{array}{*{20}c} { - 1} \\ 1 \\ 1 \\ \end{array}} \right) = 0 \\ \left\{ \begin{array}{l} \lambda + \mu - \rho = 0 \\ \lambda + 2\mu + \rho = 0 \\ 2\lambda + \mu + \rho = 0 \\ \end{array} \right. \\ (1) + (2) \\ \left\{ \begin{array}{l} 2\lambda + 3\mu = 0 \\ \lambda + 2\mu + \rho = 0 \\ 2\lambda + \mu + \rho = 0 \\ \end{array} \right. \\ (2) - (3) \\ \left\{ \begin{array}{l} 2\lambda + 3\mu = 0 \\ - \lambda + \mu = 0 \\ 2\lambda + \mu + \rho = 0 \\ \end{array} \right. \\ \left\{ \begin{array}{l} 2\lambda + 3\mu = 0 \\ \lambda = \mu \\ 2\lambda + \mu + \rho = 0 \\ \end{array} \right. \\ \left\{ \begin{array}{l} 2\lambda + 3\lambda = 0 \\ \lambda = \mu \\ 2\lambda + \mu + \rho = 0 \\ \end{array} \right. \\ \left\{ \begin{array}{l} 5\lambda = 0 \\ \lambda = \mu \\ 2\lambda + \mu + \rho = 0 \\ \end{array} \right. \\ \left\{ \begin{array}{l} \lambda = 0 \\ \mu = 0 \\ \rho = 0 \\ \end{array} \right. \\ \end{array} $
e. Bij e. veeg je de absoluutstrepen onder het tapijt. Verder lijkt het aardig te kloppen. Je krijgt:
$ \begin{array}{l} l:\left( {\begin{array}{*{20}c} 2 \\ 0 \\ 0 \\ \end{array}} \right) + \lambda \left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ 1 \\ 2 \\ \end{array}} \right) \\ {\rm{P}}\,\,\,{\rm{op}}\,\,\,{\rm{l}}\,\,\,{\rm{zodat}}\,\,\,{\rm{d(V}}{\rm{,P) = 5}}\sqrt {{\rm{14}}} \\ d\left( {V,P} \right) = \frac{{\left| {2 + \lambda - 2\lambda + 6\lambda - 2} \right|}}{{\sqrt {1^2 + ( - 2)^2 + 3^2 } }} = 5\sqrt {14} \\ d\left( {V,P} \right) = \frac{{\left| {5\lambda } \right|}}{{\sqrt {14} }} = 5\sqrt {14} \\ \left| {5\lambda } \right| = 70 \\ 5\lambda = - 70 \vee 5\lambda = 70 \\ \lambda = - 14 \vee \lambda = 14 \\ P\left( { - 12, - 14, - 28} \right)\,\,\,of\,\,\,P(16,14,28) \\ \end{array} $
f. Bij f. heb je niet de normaalvector van het YOZ-vlak genomen. Als je dat wel doet dan zou je dit moeten krijgen:
$ \begin{array}{l} n_{yoz} = \left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ 0 \\ 0 \\ \end{array}} \right)\,\,\,en\,\,\,n_V = \left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ { - 2} \\ 3 \\ \end{array}} \right) \\ \cos \phi = \frac{{\left| {\left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ 0 \\ 0 \\ \end{array}} \right) \cdot \left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ { - 2} \\ 3 \\ \end{array}} \right)} \right|}}{{\left| {\left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ 0 \\ 0 \\ \end{array}} \right)} \right| \cdot \left| {\left( {\begin{array}{*{20}c} 1 \\ { - 2} \\ 3 \\ \end{array}} \right)} \right|}} = \frac{1}{{\sqrt {14} }} = \frac{1}{{14}}\sqrt {14} \\ \phi \approx 0,41\pi \\ \end{array} $
Het valt dus allemaal reuze mee.
WvR
donderdag 14 mei 2020
©2001-2024 WisFaq
|
|