Tussen regel 8 en 10 loop ik vast en zie het niet. Heb kennis van axioma a, b, c en d. Met bijvoorbeeld axioma b in regel 5: Rxx $>$ (Ax $>$ Rxx) $>$ (Rxx $>$ Ax) $>$ (Rxx $>$ Rxx) kom ik niet uit. Met bijvoorbeeld axioma c in regel 8: (Ax $>$ Rxx) $>$ (¬Rxx $>$ ¬Ax) kom ik ook niet uit. Kan iemand me verder op weg helpen om hier af te leiden?
Fabien
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - dinsdag 28 april 2020
Antwoord
Het is iets makkelijker; je hebt $(6)\vdash Rxx\to(Ax\to Rxx)$ en $(5)\vdash(Ax\to Rxx)\to\neg Ax$
Daar staat dus eigenlijk $\vdash X\to Y$ en $\vdash Y\to Z$ met $X=Rxx$, $Y=(Ax\to Rxx)$ en $Z=\neg Ax$. Axioma a geeft $\vdash (Y\to Z)\to(X\to(Y\to Z))$ en Axioma b geeft $\vdash(X\to(Y\to Z))\to((X\to Y)\to(X\to Z))$ Pas nu Modus Ponens een paar keer toe om $\vdash X\to Z$ af te leiden.