Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 89633 

Re: Loting middelbare school

Dank je voor je antwoord!, maar dit is niet wat ik bedoel..
110/154=0,714 x 110= 78,571% om ingeloot te worden (Denk ik)

Er is echter sprake van uitloting..
44/154=0,285, dit maal 110 (plaatsen) = 31,428(om uitgeloot te worden denk ik..)
100-31,428% kans om =68,572 (%kans om ingeloot te worden denk ik)

Is mijn denkwijze juist, of wat is de correcte oplossing??
Is er verschil in kans, bij in of uitloting?
En wat is de meest kansrijke formule voor kandidaten.

Alvast bedankt!

G Budd
Ouder - vrijdag 17 april 2020

Antwoord

Je kunt eenvoudig nagaan dat je berekening niet kan kloppen door dezelfde berekening eens toe te passen op een tien keer zo grote groep, dus 1540 kandidaten waaruit 1100 mensen worden gekozen:

1100/1540 = 0,714
0,714 x 1100 = 785,7% kans om ingeloot te worden .... Zo werkt het dus niet.

Uit 154 kandidaten moeten 110 mensen worden gekozen. Dit is 110/154x100% = 71,4%. De kans om ingeloot te worden is 71,4%.

Bereken nu op dezelfde wijze welk percentage wordt uitgeloot wanneer 44 personen worden uitgekozen. Het overblijvende percentage, dus de ingelote personen, is opnieuw 71,4%.

Zolang Pietje niet wordt voorgetrokken ten opzichte van Jantje hebben alle kandidaten deze kans om ingeloot te worden, welke procedure je ook maar verzint.

GHvD
vrijdag 17 april 2020

©2001-2024 WisFaq