Dit zijn twee richtingsvectoren met(1,1,0) en (3,0,2) maar dan zou ik een vlak krijgen geen lijn.
mboudd
Leerling mbo - zondag 5 april 2020
Antwoord
Je hebt twee vergelijking met dezelfde waarde voor $a$, $b$ en $c$. Met de tweede vergelijking in gedachten kan je kiezen voor $a=3$. Dan is $c=2$. Met de eerste vergelijking krijg je $3-b+2=0$ en dat geeft $b=5$. Ik had voor $a$ ook iets anders kunnen kiezen, maar uiteindelijk gaat het om dezelfde vector.
$ \begin{array}{l} a - b + c = 0 \wedge 2a - 3c = 0 \\ Kies\,\,\,a = 3 \\ c = 2 \\ b = 5 \\ rv_k = \left( {\begin{array}{*{20}c} 3 \\ 5 \\ 2 \\ \end{array}} \right) \\ k:\left( {\begin{array}{*{20}c} x \\ y \\ z \\ \end{array}} \right) = \left( {\begin{array}{*{20}c} 3 \\ 2 \\ 1 \\ \end{array}} \right) + \rho \left( {\begin{array}{*{20}c} 3 \\ 5 \\ 2 \\ \end{array}} \right) \\ \end{array} $