Ik snap de projectie, maar hoe druk je de oppervlakte uit in x. Kom je geen gegevens te kort?
chanta
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 2 maart 2020
Antwoord
Neem de $x$-coördinaat van B als je variabele. De lengte van BC is dan gelijk aan $10-x$ en de lengte van AB is gelijk aan $f(x)$. Dat ben je al een eind op weg.
De oppervlakte van de driehoek is gelijk aan een half maal zijde maal hoogte. In de tekening is de zijde gelijk aan $10-x$. De hoogte is $f(x)$, dus de formule voor de oppervlakte van de driehoek uitgedrukt in $x$ is:
PS Jij schreef C(12,0) maar ik heb hier C(10,0) genomen. Dat maakt voor het 'idee' niet veel uit maar 't scheelt mij weer een tekening. Ik blijf niet aan de gang...