Loading jsMath...



Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Bereken de hoek van twee lijnen

Bij de vokgende opgave krijg ik 0,66\pi maar geeft het antwoord 0,35\pi, moet je hier de scherpe hoek nemen?

Bereken in radialen de hoek van de volgende lijnen:

(X,y)=(2,3)+l(-3,0) en (x,y)=(1,3)+m(1,2)

Cos\Phi=-3·1+0·2/((√(10)·√(4))\approx-0,47\Rightarrow \Phi \approx0,66\pi

mboudd
Leerling mbo - woensdag 19 februari 2020

Antwoord

Er zit een fout in je berekening; het inwendig poduct van de richtingsvectoren is inderdaad -3\cdot 1+0\cdot2=-3 maar de lengten van die vectoren kloppen niet: \|(-3,0)\|=3 en \|(1,2)\|=\sqrt5.
En inderdaad: het is meestal de afspraak de scherpe hoek te nemen.

kphart
woensdag 19 februari 2020

©2001-2025 WisFaq