Ik krijg nog steeds geen juist antwoord op vraag 1? En vraag 2 is antwoord 1 dus juist?
Vannes
3de graad ASO - donderdag 24 oktober 2019
Antwoord
1) in beide vormen heeft de teller limiet $-1$ en de noemer limiet $0$; wat betekent dat voor de limiet van de breuk? 2) ja, het correcte antwoord is $1$