Goede middag, Een DV luidt als volgt: y'-5y'+6y= ex+e3x
Met de R vergelijking vond ik twee wortels uit r2-5r+6= 0 en dat zijn r1,2=(2;3)
De homogene vergelijking wordt dan: y(h)= C(1)e2x+C(2)e3x
Ik stel voor Y(p)= Aex+Bxe3x (maar omdat deze oplossing al voorkomt in het eerste lid vermenigvuldig ik met x bij deze term e3x). De uitkomst voor Y(p zou moeten zijn: y(p)=1/2(ex) +xe3x.
De eerste term klopt 1/2(ex) met A=1/2 maar de tweede B= 1 en term= xe3x bekom ik niet B=1. Is het voorstel toch niet juist voor de particuliere oplossing? Groetjes
Rik Le
Ouder - zaterdag 14 juli 2018
Antwoord
Met y = Aex + Bxe3x krijg je
y’ = Aex + Be3x + 3Bxe3x en
y’’ = Aex + 3Be3x + 3Be3x + 9Bxe3x
Invullen hiervan in de linkerkant van de DV geeft na herleiden 2Aex + Be3x en wanneer je dit vergelijkt met het rechterlid van de DV, dan volgen inderdaad A = 1/2 en B = 1
Je keuze van een particuliere oplossing is correct maar vermoedelijk is er iets misgegaan bij de berekening van de diverse afgeleiden.