Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Negatieve getallen aftrekken

Opgave 15

Je kunt op verschillende plekken haakjes zetten in 1−1−1−1−1−1−1−1.

a.
Bereken de uitkomst van (1−(1−1))−(1−1)−(1−1−1)
Hoe onstaat dan 2?

b.
Hoeveel verschillende uitkomsten kun je krijgen door de haakjes op verschillende plekken te zetten in 1−1−1−1−1−1−1−1?
Hoe komt het dat het 7 maal te veranderen is?


Math4 all | opgave 15

romeo
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - woensdag 31 januari 2018

Antwoord

a.
(1−(1−1))−(1−1)−(1−1−1)=(1−0)−0−(−1)=1-0+1=2

b.
De vraag is 'hoeveel verschillende uitkomsten kun je krijgen?'. Voor verschillende plekken van de haakjes kun je dezelfde uitkomsten krijgen. Maar 't is een stuk lastiger dan je zou denken denk ik...:-)

Helpt dat?

WvR
woensdag 31 januari 2018

©2001-2024 WisFaq