Foutje, A+C krijg ik 5i-3j+3k als antwoord, het vraag snap ik eerlijk gezegd ook niet, En dit stond er letterlijk
Vraag 5 Als A = 2i + j + k, B = i - 2j + 2k en C = 3i - 4j + 2k, vind dan de projectie van A + C in de richting van B. Geef uw antwoord als een kommagetal (gebruik dus een komma!); een cijfer na de komma volstaat.
ester
Student hbo - zondag 28 januari 2018
Antwoord
Aan het antwoord te zien gaat het om de norm (of lengte) van de loodrechte projectie van $A+C$ op de drager van $B$. En voor die projectie heb je als het goed is de volgende uitdrukking geleerd $$ \frac{(A+C)\cdot B}{B\cdot B} B $$ Twee inwendige producten dus en dan $B$ met het quotiënt vermenigvuldigen. Daarna moet je de lengte van de resulterende vector hebben.