Je hebt een kubus, en je moet AG bereken....hoe doe je dat?
Bijv.: AB=CD= 5 CM. BC=AD= 3 CM. AE=BH= 2 cm. Hoe bereken je dan AG?
En mag ik nog wat oefenopgaven?!
emilie
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zaterdag 15 maart 2003
Antwoord
Om te beginnen: kubussen met ribben 2, 3 en 5 cm zijn wel héél bijzonder! Kubussen hebben altijd ribben die even lang zijn. Je zult wel een balk bedoelen, niet?
De berekening berust op de stelling van Pythagoras. Op het grondvlak (de bodem) geldt: AC2 = AB2 + BC2, want ABCD is een rechthoek. In driehoek ACG geldt, óók volgens Pythagoras, AG2 = AC2 + GC2. Als je nu in deze laatste stelling AC2 vervangt door AB2 + BC2, dan heb je: AG2 = AB2 + AC2 + GC2 Vul nu de getalswaarden in en je hebt AG.