Ik heb een vraagje over een oefening die we kregen in verband met asymptoten en het vinden van een functie voorschrift.
Gegeven is de functie f(x)=(ax2-4x+3)/(bx2-2x+c) Daarnaast hebben we de schuine asymptoot gekregen: y=2x+1 Gevraagd zijn a, b en c.
Nu is mijn vraag hoe ik hieraan beginnen kan, want ik zit al vast bij de schuine asymptoot, omdat ik dacht dat bij deze functie enkel een horizontale asymptoot bestaan kan (de graad van de noemer is gelijk aan de graad van de teller= horizontale asymptoot?)
Alvast bedankt, Elizabeth
Elizab
3de graad ASO - donderdag 4 januari 2018
Antwoord
Je kunt de graad van de teller groter krijgen dan die van de noemer door $b=0$ te nemen, en $a$ ongelijk aan $0$ natuurlijk.