Leuk maar, hoe bereken ik de hoek? In mijn geval: de koorde = 2460 mm, de boog = 2500 mm Als ik dat invul kom ik uit op de vergelijking 1230xjxpi - 180xsin0,5xj = 0 Hoe groot is dan j?
Boudew
Iets anders - woensdag 6 december 2017
Antwoord
Het gegeven over de lengte van de koorde geeft Rsin(1/2j) = 1230 en het gegeven over de booglengte geeft j/360 x 2piR = 2500. Uit de eerste vergelijking kun je R vrijmaken en die uitdrukking in de tweede vergelijking invullen. Dat levert je een vergelijking op waarin alleen de variabele j voorkomt. Maar omdat er zowel een ‘losse’ j als een sin(1/2j) in voorkomt, kun je het niet handmatig oplossen. Gebruik daarom de rekenmachine om j te vinden.