hoe zit dat nou precies met die tangens want ik snap er niks van
Eva va
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 19 december 2001
Antwoord
De tangens van een hoek wordt gedefinieerd met behulp van de sinus en de cosinus. Is a de hoek dan geldt tan(a)=sin(a)/cos(a). De definitie van sinus en cosinus verloopt als volgt. Teken eerst een cirkel met straal 1 (en middelpunt O in een assenstelsel) die de positieve x-as snijdt in het punt E (1,0). Zij A een punt op die cirkel. De hoek a is dan EOA (steeds in tegenwijzerrichting van E naar A op de cirkel). De sinus en de cosinus van a worden dan vast gelegd met behulp van de co-ordinaten van het punt A. Is A(x,y), dan is: sin(a) = y en cos(a) = x Voor tan(a) geldt dan tan(a) = y/x.