Ik heb 4/3 en $\pi$ ontbonden 4/3·$\pi$(r3+(2r)3+(6r)3)=250
r3+(2r)3+(6r)3=250/($\pi$·$\frac{4}{3}$)
r+2r+6r= (250/($\pi$·$\frac{4}{3}$))1/3
Ik heb de laatste gedeeld door 9 en ik kom 4.342 uit volgens mijn boek is het kleinste straal 11.8 mm
Als iemand me zou kunnen helpen zal ik heel dankbaar zijn.
Axel
Iets anders - woensdag 10 mei 2017
Antwoord
Hallo Axel,
Je aanpak is goed, maar de berekening gaat op twee punten mis. Allereerst: de genoemde verhouding is 1:2:3. Wanneer r de straal van de kleinste bol is, dan is de straal van de twee grotere bollen gelijk aan 2r resp. 3r, niet 2r en 6r.
Verder: 3√(a+b+c) is niet gelijk aan 3√a + 3√b + 3√c
Herleid r3 + (2r)3 + (3r)3 dus eerst tot r3 + 8r3 + 27r3 = 36r3.
Isoleer dan eerst r3, en neem dan pas de derdemachts-wortel.