Stef en Marieke doen uit verveling een gokspelletje. Marieke gooit met een munstuk en wint als ze munt gooit terwijl Stef wint als hij een 6 gooit met een dobbelsteen. Ze spelen om beurt en Marieke begint, daarna Stef en zo verder tot één van beiden wint.
Bereken de kans dat Marieke wint... ANTWOORD: 6/7
Verandert er iets aan de resultaten als Tom begint? ANTWOORD 5/7
Ik zou niet weten hoe men aan die antwoorden komt. Kan iemand snel helpen AUB?
MVG
Nils
3de graad ASO - dinsdag 11 april 2017
Antwoord
Hallo Niels,
Marieke gooit K of M, Stef gooit 6 of n (met n bedoel ik: 'niet 6'). Als Marieke begint, dan wint zij als de gebeurtenissen zijn:
M of KnM of KnKnM of KnKnKnM of ....
De kans dat Marieke wint, vind je door de bijbehorende kansen op te tellen: