Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 83902 

Re: Re: Deling van veeltermen

Beste

U bent enorm bedankt voor deze uitleg.
Ik had inderdaad dat:

- f(4) = 5 (voor de eerste)
- f(4) = 4a+b (voor de tweede)
- b = 2a omdat -2a+b = 0

Maar u bepaald dan dat 5 = 4a+b, hoe maakt u deze vergelijking?

Met vriendelijke groeten,
Ruud

Ruud
Iets anders - dinsdag 21 februari 2017

Antwoord

Kijk naar je eerste twee gelijkheden:
$$
f(4)=5\hbox{ en } f(4)=4a+b
$$dan valt je vast wel iets op.

kphart
dinsdag 21 februari 2017

 Re: Re: Re: Deling van veeltermen 

©2001-2024 WisFaq