Bereken de hoeken van ΔABC met A(15,21) , B(29,28) en C(25,40) in graden nauwkeurig.
Ik heb hierbij de lijnstukken berekend en het geprobeerd met cos, tan en sin, maar ik krijg niet echt het goede antwoord. Welk methode zou ik dan anders kunnen toepassen, wat wel goed is?
Roomy
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 11 december 2016
Antwoord
Er zijn natuurlijk altijd meerdere wegen naar Rome, maar wat dacht je hier van:
1. Bereken de lengte van de lijnstukken AB, BC en AC. 2. Gebruik de cosinusregel.