'Bij deze opgaven is de tijd in jaren met t=0 op 1 januari 2011. In figuur 5.22 zie je dat t=3.7 in sept 2014 valt.' 'in welke maand van welk jaar valt t = -4.6?'
Ik dacht zelf aan 2007 door (2011-4) en -0.6 x 12 is -7.2 dus 7 stappen terug vanuit december, dus mei 2007
Maar het antwoorden boek geeft dit antwoord aan: "bij t=-5 hoort 1 januari 2006. Van -5 naar -4.6 is 0.4. 0.4 x 12 = 4.8 dus t= -4.6 valt in mei 2006"
Ik snap het echt niet, hoe komen ze nou aan 2006? En waarom ineens die -5 erbij halen. En waarom nou het verschil van -5 en -4.6 gepakt en (0.4) keer 12?. Ik hoop dat u op mijn mail gaat reageren en mij kunnen helpen. Ik heb binnenkort examen en heb uw hulp hard nodig, alvast bedankt!
Groetjes
Nina
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 17 oktober 2016
Antwoord
Eerst maar 's een overzicht:
t datum 0 1 januari 2011 -1 1 januari 2010 -2 1 januari 2009 -3 1 januari 2008 -4 1 januari 2007 -5 1 januari 2006
Vanaf 1 januari 2006 heb je na 4,8 maanden april gehad en zit je inderdaad in mei. Het is dan mei 2006.
Nu jij: -4,6 naar links geeft eerst 4 naar links is 1 januari 2007 inderdaad. Je moet dan nog 0,6x12=7,2 maanden naar links en dan is het toch echt mei 2006. Wat jij doet kan wel, maar dan wel bedenken dat die 0,6 van jou in feite -0,6 is en je dan nog een stukje verder terug moet in de tijd...