Ik versta deze oefening niet. Ik heb van alles geprobeerd maar het lukt niet.
Vraag: Een man in een roeiboot (punt P) bevindt zich 8km van de oever (voetpunt van de loodlijn uit P op de oever is A) en wenst het punt B, op 10km van A, te bereiken. Ergens tussen de punten A en B (in C) gaat hij aan land. De man roeit van P naar C aan een tempo van 3km/h en hij stapt van C naar B aan een tempo van 6km/h.
Stel een functie op die de tijd om van P naar B te gaan, uitdrukt in functie van x= AC.
Alvast bedankt voor de hulp!
Mvg
Imaad
3de graad ASO - woensdag 5 oktober 2016
Antwoord
Hallo
Maak eerst een schets van de situatie.
Je kent de afstand AP (8 km) De afstand AC noem je x km. Dus kun je (met Pythagoras) de afstand PC berekenen ( = irrationaal). De tijd t1 om van P naar C te roeien is dan gelijk aan deze afstand, gedeeld door de roeisnelheid.
De afstand van C naar B is (10 - x) km. De tijd t2 om van C naar B te stappen is gelijk aan deze afstand, gedeeld door de stapsnelheid.