Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Vergelijking

Goedemiddag meneer/mevrouw,

Kunt u mij helpen met de volgende vraag:
-4w-5 = -2w+11
-2w = 16
w = 8 dit is mijn antwoord, maar volgens het boek moet het -8 zijn. welke is volgens u juist? want de min hoort toch bij de 2?

mvg,
karin

Karin
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - vrijdag 27 mei 2016

Antwoord

Neem eens aan dat jouw antwoord juist is. Wanneer je het dan invult in -2w = 16, dan moet het dus kloppen. Maar wat komt er uit -2·8?
Geen 16 toch?
En neem nu eens w = -8 en bereken dan -2·-8. Daar komt wèl 16 uit. Conclusie: er komt inderdaad -8 uit.

Als je uitgaat van -2w = 16 en je deelt aan beide kanten door -2, dan krijg je w = 16/(-2) = -8

MBL
vrijdag 27 mei 2016

©2001-2024 WisFaq