Re: Wanneer gebruik je de binomiale of normale verdeling?
Ik heb dit item even gelezen maar snap nog steeds niet het verschil? is het dat de binomiale verdeling dan alleen bij 'succes' of 'mislukking werkt ? en verder nergens anders bij?
Naomi
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 22 mei 2016
Antwoord
Binomiaal betekent letterlijk twee namen. Het gaat in de kansrekening dan inderdaad om experimenten waar gelet wordt op een specifieke uitkomst. Treedt die uitkomst op, dan spreekt men van succes en anders van mislukking. De succeskans duidt men meestal aan met p en de mislukkingskans met q. Wanneer je het experiment steeds herhaalt en de kansen p en q veranderen niet, dan heb je te maken met de binomiale verdeling. Meestal herken je deze verdeling aan de tekst van de opgave. Je leest dan bijv. dat het experiment herhaald wordt totdat er een bepaalde uitkomst optreedt. Bijvoorbeeld: je gooit net zolang met twee dobbelstenen totdat je twee zessen gooit. De woordjes 'net zolang' duiden op de binomiale verdeling. Eén worp met twee dobbelstenen is een binomiaal experiment waarbij p = 1/36 en q = 35/36. Er zijn immers maar twee uitkomsten van belang namelijk 'twee zessen gooien' of 'niet twee zessen gooien'.
De normale verdeling herken je bijna altijd in de tekst van de opgave omdat er expliciet vermeld wordt dat je mag aannemen dat er sprake is van deze verdeling is. Vaak gaat het om kwesties van vulgewichten, lichaamslengte, I.Q's en dergelijke.