Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Rekenregels voor machten

Waarom is bij '(a·b)p = ap · bp' het niet gewoon abp? Want als je 'ap·bp' hebt dan lijkt het alsof dat meer is.

Kunt u laten zien welke fout ik heb gemaakt of wat het verschil is of dat het gewoon ook zo kan.

Pawel
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 16 mei 2016

Antwoord

Als je een getallenvoorbeeld neemt dan zie je het meteen:

(2·3)2 = 2·3·2·3 = 36
(2·3)2 = 22·33 = 4·9 = 36
2·32 = 2·9 = 18

Dus (2·3)2 is niet hetzelfde als 2·32

Meer in 't algemeen:

(a·b)3 = a·b·a·b·a·b = a·a·a·b·b·b = a3·b3

Zoiets kan je ook 'bedenken' voor (a·b)p, maar dat mag je dan zelf doen.

WvR
maandag 16 mei 2016

©2001-2024 WisFaq