\require{AMSmath} Integralen van irrationale functies De integraal van dx/(1+(1-x)) Stel x = sin t dan is x = sin2 t en dx = 2 sin t cos t dt Dan is (1-X) = cos t Dus de integraal = (2 sin t cos t dt)/(1+cos t) wat op zijn beurt weer gelijk is aan de integraal van (sin 2t dt)/(1+cos t) Maar hoe los je de integraal dan verder op? Want vanaf hier zit ik vast. An Van 3de graad ASO - vrijdag 21 februari 2003 Antwoord Je begint met: òdx/(1+(1-x)) Stel x = sin t dan is x= sin2t en dx = 2·sin t·cos t dt Dan is (1-x) = cos t = ò(2·sin t·cos t dt)/(1+cos t) stel nu cos t = u dan kom je er nog uit ook ! Maar waarom uberhaupt die goniometrische substitutie, dat hoeft toch helemaal niet: òdx/(1+(1-x))= stel (1-x)= u dan du = -1/(2(1-x)) dx = -1/(2u) dx zodat dx = -2u·du = ò-2u/(1+u) du ...... dit moet toch op te lossen zijn lijkt me. Met vriendelijke groet JaDeX jadex vrijdag 21 februari 2003 ©2001-2024 WisFaq
\require{AMSmath}
De integraal van dx/(1+(1-x)) Stel x = sin t dan is x = sin2 t en dx = 2 sin t cos t dt Dan is (1-X) = cos t Dus de integraal = (2 sin t cos t dt)/(1+cos t) wat op zijn beurt weer gelijk is aan de integraal van (sin 2t dt)/(1+cos t) Maar hoe los je de integraal dan verder op? Want vanaf hier zit ik vast. An Van 3de graad ASO - vrijdag 21 februari 2003
An Van 3de graad ASO - vrijdag 21 februari 2003
Je begint met: òdx/(1+(1-x)) Stel x = sin t dan is x= sin2t en dx = 2·sin t·cos t dt Dan is (1-x) = cos t = ò(2·sin t·cos t dt)/(1+cos t) stel nu cos t = u dan kom je er nog uit ook ! Maar waarom uberhaupt die goniometrische substitutie, dat hoeft toch helemaal niet: òdx/(1+(1-x))= stel (1-x)= u dan du = -1/(2(1-x)) dx = -1/(2u) dx zodat dx = -2u·du = ò-2u/(1+u) du ...... dit moet toch op te lossen zijn lijkt me. Met vriendelijke groet JaDeX jadex vrijdag 21 februari 2003
jadex vrijdag 21 februari 2003
©2001-2024 WisFaq