Bram
Leerling bovenbouw vmbo - dinsdag 15 maart 2016
Antwoord
Hallo Bram,
Ik neem aan dat je bedoelt dat de zaag met een snelheid van 1 cm per seconde in het hout zakt. Het hout is 4 cm dik, dus je kunt wel berekenen hoeveel seconden het duurt om één gat te maken.
Bereken dan hoeveel omwentelingen de zaag maakt in die tijd (weet je zeker dat de zaag 5 omwentelingen per minuut maakt? Dan is het wel een heel langzaam draaiende zaag...)
Met de formule voor de omtrek van een cirkel kan je berekenen wat de zaagafstand is van één omwenteling. Je weet ook het totaal aantal omwentelingen dat nodig is voor één gat, dus hiermee bereken je de totale zaagafstand voor één gat.
De laatste stap is dan: bereken hoe vaak de zaagafstand voor één gat in 2000 meter past. Zoveel gaten kan je dus zagen.
Lukt het hiermee? Zo niet, stel gerust een vervolgvraag, maar laat dan wel even zien hoever je zelf gekomen bent, zie de spelregels.