Ik maak opgaves uit het boekje 'Spelen en Delen' door Frank Thuijsman. Ik zit echter met een vraagstuk waarmee ik en mijn wiskundeleraar niet uit de voeten komen.
Stel dat x en y twee positieve gehele getallen zijn, en dat x groter of gelijk is aan y. De som van de twee getallen (x+y), wordt doorgegeven aan Anna, terwijl de som van de kwadraten van de twee getallen (x2+y2), wordt doorgegeven aan Bob. Anna en Bob weten allebei dat Anna het getal x+y kent en Bob het getal x2+y2 en ze weten ook van elkaar dat de ander dit weet. Vervolgens gaan Anna en Bob met elkaar praten. Het gesprek loopt als volgt:
1: Bob zegt: 'Ik weet niet welke getallen x en y zijn.' 2: Anna zegt: 'Ik weet niet welke getallen x en y zijn.' 3: Bob zegt:' Ik weet niet welke getallen x en y zijn.' 4: Anna zegt:'Ik weet niet welke getallen x en y zijn.' 5: Bob zegt: 'Ik weet niet welke welke getallen x en y zijn.' 6: Anna zegt: 'Ik weet niet welke getallen x en y zijn.' 7: Bob zegt: 'Nu weet ik welke getallen x en y zijn!'
Om welke getallen x en y gaat het?
hint: beperk je eerst tot de getallen x en y die elk kleiner zijn dan 25 zijn en kijk daarna of je kunt aantonen dat deze beperking geen invloed heeft op de uitkomst van het probleem.
Maartj
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 12 februari 2016
Antwoord
Volgens mij staat er een slim antwoord met aanwijzingen op