ik heb een vraag over het boek modern wiskunde A havo 5. Hoofdstuk 4 vraag 4c over kansen met hoogstens en minstens.
De vraag luidt: Bij een toets moet je de laatste zes vierkeuze vragen gokken. Bereken de kans op minstens 3 fouten en hoogstens 4 fouten.
Volgensmij klopt niet wat er op het antwoordenboek staat; p(3 of 4 fouten)= p(3) + p(4) want op de vraag staat de kans op MINSTENS 3 fouten EN Hoogstens 4 fouten. maar hoe moet je dit oplossen ik kom er niet uit?
alvast heel erg bedankt!
Julia
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 1 februari 2016
Antwoord
Hallo Julia,
Minstens 3 fouten betekent: 3 of meer, dus 3, 4, 5, 6 enz. Hoogstens 4 fouten betekent: 4 of minder, dus 0, 1, 2, 3 of 4 fouten.
Wanneer dit allebei waar moet zijn, dan blijft alleen 3 of 4 fouten over: dit zijn de enige aantallen die in allebei de rijtjes staan.
p(3 of 4 fouten) is dus inderdaad p(3 fouten)+p(4 fouten).