Gegeven is het vlak V: a · x = 9 met a = (2,-3,6). Bereken de afstand van O = (0,0,0) en P = (1,-2,-1) tot V.
Bjorn
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 29 november 2015
Antwoord
Je neemt de op nul herleide vergelijking van V ofwel:
2x - 3y + 6z - 9 = 0
Vervang nu de drie variabelen x, y en z door de coördinaten van het gegeven punt en neem de absolute waarde (want afstanden zijn niet negatief). Deel dit getal door de lengte van de normaalvector a.
Enne, laat je ook iets van je eigen bijdragen zien!