Jan werpt 3 keer met een dobbelsteen. Toevalsvariabele Z is het aantal keren dat er 6 ogen gegooid worden.
vraag: maak een kansverdelingstabel van Z. mijn antwoord: Er zijn 4 uitkomsten mogelijk: 0,1,2 of 3 zessen Nu ga ik voor elke mogelijkheid de kans berekenen.
Verwachtingswaarde: Is het dan de bedoeling dat ik de kansen vermenigvuldig met het aantal zessen?
Arif M
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 30 september 2015
Antwoord
Hallo Arif,
Nu kloppen je berekende kansen wel. De methode voor het berekenen van de verwachtingswaarde was al goed: inderdaad de kansen vermenigvuldigen met de bijbehorende aantallen zessen.