Ik moet van de volgende functie algebraïsch de buigpunten berekenen: f(x)=2cos(x)-cos(2x)
Ik heb de eerste afgeleide zo bepaald: f'(x)=-2sin(x)+2sin(2x)
En de tweede zo: f''(x)=-2cos(x)+4cos(2x)
Nu weet ik alleen niet goed hoe ik met die -2 en 4 voor de cosinussen de vergelijking moet oplossen. -2cos(x)+4cos(2x)=0
Mag je de somformules voor cos(p)+cos(q)=2cos1/2(p+q)cos1/2(p-q) dan gewoon nog gebruiken? En hoe zou het anders moeten? Dit is dus even een voorbeeld, ik loop hier met vergelijkbare sommen ook tegenaan...
Alvast bedankt!
Julia
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 22 mei 2015
Antwoord
Hallo Julia,
Met deze somformule schiet je inderdaad niet zoveel op. Handiger lijkt me om gebruik te maken van:
cos(2x) = 2cos2(x) - 1
Je krijgt dan een formule van deze vorm:
a·cos2(x) + b·cos(x) + c = 0
Als je cos(x) even y noemt, dan staat er:
a·y2 + b·y + c = 0
Een 'gewone' kwadratische vergelijking dus, waaruit je y (en dus cos(x)) kunt berekenen.