Bedankt voor uw snelle antwoord. Uw antwoorden lijken inderdaad toch wel logisch haha. Ik vind het alleen lastig om er zelf op te komen. Ik heb een poging gedaan voor c en d maar kom er nog niet echt uit. Is het trouwens ook zo dat je bij b. als ze vragen om extremen, dat je er altijd vanuit gaat dat dit een x-waarde is? De x=4 dus?
Bij c. heb ik het volgende geprobeerd: - afgeleide gelijkstellen aan 6 (omdat het hellingsgetal 6 is toch?):
3x2+3c=6 3x2=6-3c x2=2-c x=-√(2-c) V x=√(2-c)
Het antwoord moet 2 zijn. Ik weet niet of ik dit zo goed heb aangepakt en of ik zo op 2 uitkom. Moet je er bij deze vraag dan vanuit gaan dat x=0?
Het volgende heb ik geprobeerd bij d.: Ik heb het eerst geprobeerd gelijk te stellen aan y=x:
x3+3cx=x x3+3cx-x=0 x(x2+3c-1)=0 x=0 V x2+3c-1=0 x=0 V x2+3c=1 x=0 V x2=1-3c x=0 V x=-√(1-3c) V x=√(1-3c)
Ik weet wederom niet of het klopt wat ik hier gedaan heb en of ik tot het juiste antwoord kan komen (c$\geq$1/3)
Alvast bedankt voor de hulp!
Julia
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 18 april 2015
Antwoord
Ik heb 't antwoord bij b. nog even aangepast, want wat er stond was fout.
Bij c. gaat het om een raaklijn. Dus je moet eigenlijk 1 snijpunt vinden, maar je vind er twee? Niet als je c=2 neemt, dan heb je 1 mogelijke kandidaat. Dus bijna goed...
Bij d. reken je de snijpunten uit. Je wilt dan 1 oplossing. Dat kan als 1-3c$<$0. Dat wil zeggen c$>\frac{1}{3}$, dus ook bijna goed.