Waar zit de fout in deze klassieke verkeerde interpretatie van foutenmarges?
Hoi, Ik probeer statistiek zelfstandig te leren, en omdat het allemaal nieuw is voor mij, ben ik niet zeker wat het volgende probleem als antwoord verwacht:
In een krant schrijft een journalist "Uit de laatste opiniepeiling blijkt dat 53% van de stemgerechtigden voor kandidaat A zullen stemmen in de volgende presidentenverkiezingen; deze peiling heeft een foutenmarge van 2%. Dus zijn we zeker dat kandidaat A zal winnen."
Waar zit de fout in deze klassieke verkeerde interpretatie van foutenmarges? Geef een juiste statische uitspraak i.v.m. de betrouwbaarheid van dit opiniestuk.
In de statistiek zijn dit soort uitspraken nooit 100% zeker. De uitspraak geldt met b.v. 95% of 90% betrouwbaarheid. Er is dus zeker nog een kans dat kandidaat A niet zal winnen.