Hallo, Ik kom er bij een vraag uit mijn wiskunde A boek niet helemaal uit. Het gaat over de volgende formule: G= 0,4d3 die een verband geeft tussen het gewicht G in grammen van een appel en de diameter d in cm.
Nu is de vraag: Van een appel is de diameter twee keer zo groot als die van een andere appel, wat weet je van de gewichten van die appels?
Kunt u mij uitleggen hoe je dit precies moet berekenen? Alvast bedankt.
Frans
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 15 november 2014
Antwoord
Neem 's aan dat de diameter van de appel 5 cm is. Dan is het gewicht gelijk aan 50 gram. Als de diameter 10 cm is dan is het gewicht gelijk aan 400 gram.
Neem 's aan dat de diameter van de appel x cm is. Dan is het gewicht gelijk aan 0,4x3 gram. Als de diameter 2x cm is dan is het gewicht gelijk aan 0,4·(2x)3=0,4·8x3=3,2x3 gram.
Conclusie? Als de diameter 2 keer zo groot wordt dan wordt het gewicht 23=8 keer zo groot.