Volgens mij begrijp ik het al! Is het niet de bedoeling dat het inproduct gebruikt wordt? Dan kun je het inproduct namelijk gelijkstellen aan 0 en kom je aan twee q waardes. Namelijk q=3 en q=1. Klopt dit?
Alvast bedankt!
Atena
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 30 oktober 2014
Antwoord
Het lastige is dat de ene lijn gegeven is in een vergelijking en de andere lijn in vectortaal. De keuze die je nu kunt maken is het werken met richtingscoëfficiënten van beide lijnen (hun product moet dan -1 zijn) of de richtingsvectoren van beide lijnen loodrecht op elkaar zetten door het inproduct 0 te maken. Laten we voor het laatste kiezen.
Als p = 2, dan gaat het over de lijn R: 5x + y = -12 waarvan een mogelijke richtingsvector (1,-5) is. Het inproduct van (-1,-5) en (q,3-q) is q - 5(3-q) en door dit aan 0 gelijk te stellen vind je een q. Daarna neem je de andere p en herhaalt dit.