In het boek staat er een opdracht die ik niet helemaal begrijp. Het is de bedoeling om van de middelloodlijnen van lijnstuk AB de vergelijking te geven. Stel ik heb punt A(1,2) en B(-3,4) , hoe moet ik dit dan uitrekenen?
Alvast bedankt!
Atena
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 6 september 2014
Antwoord
Die middelloodlijn $m$ staat loodrecht op de lijn $l$ door AB en gaat door het punt M(-1,3), het midden van AB.
$r_{l}=-\frac{1}{2}$, dus $r_{m}=2$.
De lijn $m$ snijdt de y-as in het punt (0,5). De vergelijking is dan $m:y=2x+5$
Toch?
PS Je kunt ook $y=2x+b$ nemen en M(-1,3) invullen om $b$ uit te rekenen. In 't geval je 't niet zomaar kan zien.