Bij de aannames (alle auto's rijden even snel, alle zijn 4 m lang, all hebben gelijke onderlinge afstand die gelijk is aan de remweg met a = 0,0075 (= R = a.v2)) hoort de formule:
D= 1000v : 240+0,45v2 Leid deze formule af.(D= het aantal auto's (per rijbaan) dat per minuut een meetpunt passeert, doorstroming is afhankelijk van de snelheid, lengte v d auto's en de afstand tussen de auto's.
F. H.
Iets anders - vrijdag 7 februari 2003
Antwoord
Hallo Freek,
D = aantal auto's per minuut = aantal auto's per meter * aantal meter per minuut Die eerste factor is het omgekeerde van de afstand van één auto+remwegafstand, dus 4 + 0.0075v2 De tweede factor is de snelheid. Bij beide factoren moet je er wel op letten in welke eenheid de snelheid staat: m/s of km/h. Dat verklaart de extra factoren 60 in de noemer en 1000 in de teller.