Gegeven is een ongelijkzijdige driehoek ABC met AB als grondvlak en C de top van de driehoek. AB = 628, CB = 300 (straal van een cirkel). De hoek tussen C en B (vanuit A) is 20 graden. Vanuit C wordt er een hoogtelijn getrokken op AB. Dat punt wordt D genoemd (CD = hoogtelijn).
Gevraagd wordt CD en BD. Ik had al geprobeerd om ergens pythagoras toe te passen bij de driehoeken die een hoek van 90 graden hebben, maar tevergeefs. Hetzelfde geldt voor de sinus en cosinusregel. Het lijkt er op dat precies de variabelen die je nodig hebt voor deze regels niet bekend zijn.
EJ
Docent - maandag 19 mei 2014
Antwoord
x is de afstand tussen punt D en het snijpunt van de cirkelboog op lijn AB