Ik versta uw logica: aV =bV=0 (V is gezochte vector) maar hoe komt u aan a x b (matrixvorm), het is geen matrixvermenigvuldiging denk ik wegens minustekens
en als ik dan kijk naar laatste vgl a1a2b3−a1a2b3−a1a2b2+a3a1b2+a2a3b1−a2a3b1=0 wat weet ik dan van componenten van de gezochte V-vector?
jan
Iets anders - vrijdag 18 april 2014
Antwoord
Beste Jan
Het laatste stuk is het inproduct wat je gebruikt om de hoek tussen 2 vectoren te berekenen. ALs het inproduct 0 is, dan staan ze loodrecht.
De vector V is nu het kruisproduct. Gezien je vraagstelling ging ik ervan uit dat je wist wat dat was.