Wiske neemt een vierkant vel papier. Ze meet de oppervlakte van de omgeschreven cirkel en noemt het resultaat A. Daarna geeft ze het vel door aan Suske die het in kleine rechthoekige stukjes snijdt. Suske meet dan ook voor elk stukje de oppervlakte van de omgeschreven cirkel, hij telt deze getallen allemaal op en noemt het resultaat B.
Tot hun verbazing is A gelijk aan B. Wat kunnen zij of wij hieruit afleiden betreffende de vorm van de stukjes papier?
Alvast bedankt
Yentl
Overige TSO-BSO - zaterdag 11 januari 2014
Antwoord
Neem een vierkant met zijde z. Wat is dan de oppervlakte van de omgeschreven cirkel?