Emto
Leerling bovenbouw vmbo - woensdag 20 november 2013
Antwoord
Als er één cijfer achter de komma staat, dan geeft dit het aantal tienden aan. Bijvoorbeeld: 0,7 = 7/10
Twee cijfers achter de komma geven het aantal honderdsten aan: 0,79 = 79/100
Zo kan je doorgaan: drie cijfers achter de komma geven duizendsten aan, vier cijfers tienduizendsten enz.
Soms kan je breuken vereenvoudigen: de teller en noemer mag je door hetzelfde getal delen, bijvoorbeeld: 0,6 = 6/10 = 3/5 0,16 = 16/100 = 4/25
Lastiger wordt het wanneer achter de komma oneindig veel decimalen staan. Ik denk niet dat je moet weten hoe je van deze getallen breuken maakt. Het lijkt me wel handig om deze veel voorkomende getallen te weten: