Oei hoezo zijn mijn nulpunten fout? en dus bij de afgeleide heb ik dus: x=2.26+2k$\pi$ en x=0.88+2k$\pi$ en x=-0.71+2k$\pi$ en x=3,85+2k$\pi$ kan je nu een voorbeeld geven met dit van nulpunten? Ik bespreek het domein dus in $\pi$/2 en 5$\pi$/2
Claire
3de graad ASO - zondag 10 november 2013
Antwoord
Nogmaals wat de nulpunten betreft: je had cos(x).(1-2sin(x)) = -1 staan (en dat klopte al niet want de 2 moest een 4 zijn!) en dan trek je doodleuk de conclusie dat cos(x) = -1 of 1-2sin(x) = -1 ofwel cos(x) = -1 of sin(x) = 1 (waar jij dan weer -1 hebt staan!). Maar uit A.B =-1 volgt toch niet A = -1 of B = -1? Het kan net zo goed 2.-1/2 zijn of 10.(-1/10).
Je hebt als nulpunten van je afgeleide gevonden x = 0.88 + 2k$\pi$ en je wilt in het interval [1/2$\pi$,21/2$\pi$] blijven. Dat komt neer op ongeveer het interval [1.57;7.85] Neem nu eerst k = 0 wat direct x = 0.88 oplevert en dat ligt dus niet in het interval. Neem nu eens k = -1 wat x = 0.88 - 2$\pi$ oplevert. Dit ligt dan uiteraard óók niet in je interval want je bent van 0.88 nog eens 2$\pi$ lager gegaan. Kortom, met k = 0 en met negatieve k-waarden kom je altijd buiten het interval uit. Dan maar eens k = 1 nemen. Dat levert x = 0.88 + 2$\pi$ (ongeveer 7.16) op en dat ligt dus wél in je interval. Door k = 2 te nemen komt er nogmaals 2$\pi$ bij, dus vlieg je gegarandeerd over de grens 21/2$\pi$ heen. Kortom: de serie x = 0.88 + 2k$\pi$ levert in je domein slechts één nulpunt op, namelijk x = 7.16
Op dezelfde manier loop je nu de andere oplossingen af. Als je nu naar de grafiek op je rekenapparaat kijkt, dan zie je dat daar inderdaad een top te zien is.