Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Rekenregels machten en logaritmen

Schrijf als één logaritmen met het grondtal 4:

4log(4)+ 3log(1/27)

thomas
Student hbo - donderdag 17 oktober 2013

Antwoord

Beide logaritmen zijn eenvoudig uit het hoofd uit te rekenen:

4log(4)=4log(41)=1
3log(1/27) = 3log(3-3) = -3

dus:
4log(4) + 3log(1/27) = 1-3 = -2

Als logaritme kan je dit schrijven als:
-2 = 4log(4-2)

Zie ook Rekenregels machten en logaritmen

GHvD
donderdag 17 oktober 2013

©2001-2024 WisFaq