Ik heb een opgave voor natuurkunde waar ik na meerdere malen op verschillende manieren een poging heb gedaan kom ik er niet uit. Dit is de opgave:
De intergalactische politie hangt stil in een politie-schotel ergens naast de planeet mars. Op het tijdstip 1 t = 0 s komt er een alien-schotel met een snelheid van 200 m/s langs. Aangezien er in de buurt van mars slechts met 100 m/s mag worden gevlogen zet de politie gelijk de achtervolging in en ontwikkeld hierbij een eenparige versnelling ter grootte ap = 40 m/s2 . De alien vliegt de eerste 2 seconden met constante snelheid maar ziet dan de politie achterop komen en besluit te vluchten. Vanaf 2 t = 2 s ontwikkelt de alien een eenparige versnelling ter grootte aa = 20 m/s2 .
a) We stellen de positie van de twee schotels op t1 gelijk aan ( ) 1 x t = 0 m . Bereken dan de snelheid en de positie van de twee schotels op 2 t .
b) Bereken op welk tijdstip de alien wordt ingehaald door de politie en welke afstand beide vliegende schotels dan hebben afgelegd.
Uit opgave a) kom ik uit: (politie 80m / 80m/s) (alien 400m / 200m/s)
Uit opgave b) loop ik vast wanneer ik zeg T3 van de politie is gelijk aan T3 van de alien.
dan kom ik uit op hetvolgende:
400+200(t-2)+(1/2)20(t-2)2-(80+80(t-2)+(1/2)40(t-2)2)= 0 dit wordt: -400+300t-(-2080+480t) = 0 dit wordt: -180t = -1680 t = 1680/180 t = 9.33