de eigenaar van een huis in een dorp heeft ook een stacaravan langs de rivier. een huis in het dorp heeft kans op waterschade van .02 per 10 jaar. een stacaravan heeft kans op waterschade van .15 per jaar.
a, wat is de kans dat binnen 10 jaar het huis en stacaravan waterschade hebben? b, wat is de kans dat binnen 10 jaar of het huis of het stacaravan waterschade hebben, maar niet allebei? c, wat is de kans dat binnen 10 jaar noch het huis, noch stacaravan waterschade hebben?
richel
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 25 juli 2013
Antwoord
Dag Richel,
Mag ik je ook verwijzen naar de spelregels van WisFaq? Het is niet de bedoeling om je huiswerk te laten maken door mensen van WisFaq. Je kan wel een vraag hebben over een huiswerkopgave, maar dan moet je ook aangeven wat je zelf al uitgevogeld hebt en wat je dan precies niet snapt.
In je vraag staat dat de kans bij de stacaravan op waterschade 0,15 per jaar is, terwijl bij het huis een kans per 10 jaar genomen wordt. Ik heb even aangenomen dat bij allebei de gevallen (zowel huis als stacaravan) een kans per 10 jaar bedoeld wordt.
Dus: een huis in het dorp heeft kans op waterschade van .02 per 10 jaar. een stacaravan heeft kans op waterschade van .15 per 10 jaar.
a) 0,02 · 0,15 = 0,003 b) 0,02 · 0,85 + 0,98 · 0,15 = 0,164 c) 0,98 · 0,85 = 0,833