Ik heb een driehoek die niet op ware grootte is getekend. Alleen dat $\angle$C=90o is en $\angle$CDA=50o en $\angle$ABD=20o.
Ik moet nu de hoeken berekenen van DAB, CAD en ADB. Hoe doe ik dit? Ik dacht zelf dat een driehoek is 180o, om dan 180-90-50=40o. Dan heb ik hoek CAD volgens mij, en voor hoek ADB krijg je 180-20-40= 120o. Zou u kunnen helpen?
Yvette
Iets anders - dinsdag 9 juli 2013
Antwoord
$\angle$CAD=40°, som van de hoeken van $\Delta$ADC is 180°. $\angle$ADB=130°, want $\angle$BDC is een gestrekte hoek. $\angle$BAD=30°, som van de hoeken van $\Delta$ABD is 180°.
Zoiets moet het zijn. Gebruik 'som van de hoeken van een driehoek', 'een gestrekte hoek', enz... Je moet daarbij niet letten op de volgorde van de hoeken in de vraagstelling. Maak een tekening, zet er in wat je weet en ga dan aan het puzzelen.