Een vergelijking in een functievoorschrift plaatsen
Dit is wat er in mijn cursus staat:
Voorschrift: y= a(x-p)2 y=0,5x2-3x+4,5 We schrijven deze vergelijking anders: f: 0,5(x2-6x+9) 0,5(x-3)2
De top is het punt met coördinaat (3,0) De a waarde a>0 dit is een dalparabool.
Ik begrijp niet hoe je aan de 6 en 9 komt. (Als je die 3 en 4,5 maal 2 doet, kom je daar aan. Maar waarom moet je die maal 2 doen?) En hoe je dan aan die 0,5(x-3)2 komt begrijp ik ook niet..
Alvast bedankt!
Alex
2de graad ASO - zaterdag 15 juni 2013
Antwoord
Je zet het getal 0,5 voor de haakjes en dat is in feite een kwestie van delen. En 3/0,5 = 6 en 4,5/0,5 = 9 Je ziet het direct wanneer je in de regel waar f voor staat de haakjes wegwerkt. De techniek heet overigens kwadraat afsplitsen. En verder moet je de uitwerking van (x - 3)2 = x2 - 6x + 9 gewoon herkennen. Het algemene patroon is (a - b)2 = a2 - 2ab + b2