Bereken de oneigenlijke integraal van de 2de soort
ò1/3Ö(x-1) tussen 0 en 4
In de uitkomst zien we dat slechts de opp onder het rechtse gedeelte genomen wordt. (na -1) Derive biedt geen soelaas, want deze neemt zelfs geen derdemachtswortel van een negatief getal... Help!
jan
Ouder - woensdag 12 juni 2013
Antwoord
Met 3Ö(x-1) = t ofwel x - 1 = t3 vind je dx = 3t2dt De integraal wijzigt nu in ò3tdt waarvan een primitieve 11/2t2 is wat terugvertaald naar x betekent dat een primitieve 11/23Ö(x-1)2 is. Omdat de grafiek van de functie bij x = 1 een verticale asymptoot vertoont, mag je daar i.h.a. niet zomaar overheen integreren. Je integreert dus eerst van 0 tot 1 (netjes met een limiet) en daarna van 1 tot 4 (ook weer met limiet). Het lijkt erop dat de gebieden van 0 tot 1 en van 1 tot 2 symmetrisch liggen t.o.v. (1,0) zodat er dan voor die twee stukken slechts tekenverschil zal zijn. Maar als je dit zou willen gebruiken, zul je de symmetrie wel eerst moeten aantonen.