Ik ben bezig met een hoofdstuk goniometrie, ik snap alleen niet de symmetriegevallen. Er zijn er zoveel en ik weet niet wanneer ik welke moet gebruiken. Bijvoorbeeld voor -sin(t) kan je sin(-t) , sin(pi+t) en sin(2pi-t) gebruiken.
Weet iemand misschien waar ik een overzichtelijke uitleg kan vinden waar ze allemaal staan?
Ik moet namelijk -sin(t)-cos(t)=0 oplossen en het lukt me niet. Ik moet dan de -sin(t) of de cos(t) omschrijven in de ander.
Charlo
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 27 maart 2013
Antwoord
Als je -sin(t)-cos(t)=0 wilt oplossen zou je 's kunnen delen door cos(t). Je krijgt dan $-\frac{sin(t)}{cos(t)}-1=0$ $-tan(t)-1=0$ $tan(t)=-1$
De oplossingen van $tan(t)=-1$ kan je aflezen in de eenheidscirkel. $t=\frac{3}{4}\pi+k\cdot\pi$