Hoi ik zit met het volgende probleem. Ik moet X uitrekenen. De som is: 31,25=3,90/(1+x)+3,90/(1+x)2+28,70/(1+x)3
De uitkomst moet zijn 0,06. Maar ik weet niet hoe ik op die 0,06 kom.
Jannek
Student hbo - woensdag 27 maart 2013
Antwoord
Dat lijkt me een voorbeeld van een derdegraadsvergelijking. In dit geval ligt een numerieke benadering voor de hand. Gebruik bijvoorbeeld de grafische rekenmachine.